topholder
 
 
| Home | Historie | Vlootlijst | Modelbouw | Diversen | Anekdotes | Videos | Links | Gastenboek | Contact |
round
rubriek image
  content_top

Gepensioneerd sleepbootkapitein Arend Mud verteld:

Als kwajongen van 16 jaar moest ik aan boord kaartjes controleren van de toenmalige lijndienst van Rederij Plas die vertrok van het damrak te Amsterdam naar Oostzaan, een kwartje voor een vaart,die grotendeels over het IJ ging.
Dat was in 1948 toen de scheepvaart op Amsterdam nog volop naar het oostelijk havengebied kwam.
Dan keek ik telkens verlangend naar de vloot van Goedkoopslepers, die aan de achterzijde van het Centraalstation lagen te deinen.

En nu lijkt dat na-oorlogse kwartjestarief en het bakkeleien met zwartvaarders een schimmenspel uit een ogenschijnlijk ver verleden.
Ik ben een geboren Rotterdammer maar inmiddels Amsterdammer geworden, en heb een jongensdroom in vervulling zien gaan.
Maar wat ik nooit had kunnen dromen, dat ik eens als kapitein zou kunnen varen op de hyper-moderne sleepboot ZEELAND met een waarde van een slordige zeven miljoen onder mijn voeten.

Om zo maar eens te zeggen de lange weg van kwartjes naar miljoenen.
Je heb geen roer je stuurt met de propellers, je kunt er van alles mee doen.
Ik heb wel eens getest hoe diep het achterschip onderwater kon.
Ik scharrelde er op bloten voeten naar toe, en vocht om me staande te houden de maats verklaarde me voor gek.
Maar zolang sleepboten m’n tweede leven zijn geworden, heb ik alles willen onderzoeken en mee willen maken.
Niet alleen omdat ik een eigenzinnige
kerel ben, maar omdat een schipper precies moet weten wat z'n schip waard is.
Geloof me met de ZEELAND kun je van alles doen.
Als ik de joysticks in m’n handen heb en dingen doe die anderen verrassen, zeggen die: DAAR IS AREND BEZIG MET ZIJN GOOCHELAAR.
Boten hebben soms bijnamen nou mijn raspaard is een ware goochelaar, je kan hem veertig ton laten trekken.
Op zich zelf is dat niet zo moeilijk je hebt
maar een hendel nodig, toch blijft het precisiewerk.
Nou ben ik zo’n type bij wie handen eerder in actie komen dan de hersens, noem het beroepsgevoel of wat je maar wilt.
Kijk een sleepbootkapitein die het in zijn vingers heeft, voelt in een gegeven situatie bijna feilloos aan wat de loods wil.
Als die z’n order heeft gegeven, dan ben je al met de uitvoering ervan begonnen.
Gewoon meedenken, doen wat er staat te gebeuren.
In het weg verkeer noemen ze dat anticiperend rijden.
Ik ben één van de veertig kapiteins van Reederij Goedkoop geweest, die al het werk uitvoeren in het noordzeekanaal & havens.
Deze kapiteins en hun bemanning draaien mee in een 24 uurs dienst van het bedrijf.
24 uur op en 72 uur af.
Het aantal assistenties dat we verrichten, ligt jaarlijks tussen de 10.000 en 15.000.
Een greep uit het werk: slepen van grote schepen, zoals tankers, bulkcariers, autoschepen, containerboten, hulp bij transport van ondermeer: kranen, weegtorens, vlottrekken en ga zo maar door.
Geen dag is het zelfde, het is een puur levende bedoening.
Het zat me natuurlijk in het bloed, tot mijn zestiende jaar heb ik met mijn vader op diens binnenvaartschip de Nooit Volmaakt mee gevaren.
We voeren meestal met kunstmest, Pa was een keiharde die spaarde je niet.
Ik kreeg een leerschool in de praktijk die me heeft gevormd.
Zeker ook wat karakter betreft in een opduwertje op het IJsselmeer, dansend op de golven.
Ik weet het nog goed, als hij dan losgooide moest je maar aan boord zien te komen.
Mijn jongste broer Henk, was ook kapitein op de vloot van Goedkoop.
Je hebt hele families, die met een sleepdienst verknocht zijn geraakt.
Van vader op zoon, zwagers, ooms en neven.
Je kunt zeggen dat ze deel uitmaken van de traditie van het vak.
Mijn familie komt uit Friesland, ik denk niet dat er mensen zijn die er aan twijfelde
dat ik een Friese aard heb.
Even terug naar de begin periode.
Als tiener verhuisde ik met m'n ouders mee naar Amsterdam, de omstandigheden
waren van dien aard dat ik niet meer in de binnenvaart kon verder gaan.
Ik ging werken in een kartonfabriek in de binnenstad van Amsterdam.
Alleen door een open luik zag ik soms zonlicht!
Ik zat opgesloten, geen IJsselmeer, Zwarte Water, Rijn of Waal.
Dat baantje bij rederij Plas was een uitkomst , maar wel iedere dag om half zes beginnen
en steeds heen en weer.
Na nog een blauwe maandag als matroos bij Bergman te hebben gevaren nam ik daar ontslag.
Die slepers op het IJ spookten steeds maar door mijn hoofd.
Walkapitein van Goedkoop was toen Willem IJmker , hij monsterde me en zei: waneer kun je beginnen?. Direct antwoorde ik.
Dat was in 1949, ik verdiende 28 gulden in de week als tweede matroos, na zeven maanden werd ik éérste matroos.
Bikken, steken, schilderen, poetsen: als jongste aan boord deed je van alles.
Later in militaire dienst heb ik - om wat bij te verdienen - als invaller geroeid bij de vlettermannen van de "Koperen Ploeg", dat ik nog rechtop loop is een wonder!
Als de slepers steenkool innamen uit een dekschuit, die kwam aanleggen aan de Ruyterkade,werd het zwarte spul overgeheveld in manden.
Wie vrijwillig meehielp kreeg een stuiver per mand, een schoolopleiding voor de sleepvaart
was er niet.
Ik dacht: Je hebt je ogen niet voor niks, ik deed wat ik anderen zag doen, als je dan eigenwijs denkt:
Sommige dingen zou ik beter doen, dan ben je op de goede weg, welnee theorie was niet aan de orde.
Maar ik ben die walkapitein dankbaar dat hij me naar de avondschool heeft geschopt.
Een ieder heeft in zijn leven een leermeester gehad.
Voor mij is dat kapitein Rein Nijenkamp geweest.
Je leerde aan boord discipline, niet dat ik daar zoveel mee op had.
Ik heb de heer Jan Goedkoop meegemaakt, de grote baas.
Als die over de steiger liep of aan boord kwam, dan hield je toch even je adem in.
Hé jongen, ik zie daar een kras op de verf , hoe kan dat? Wat aan doen bromde hij dan.
Vroeger was de praktijk de opleiding, je moet bedenken dat dit nooit anders is geweest.
Kandidaten voor dit werk moeten hun binnenvaartpapieren hebben en minstens een lts opleiding.
Ik heb de gouden tijden van het Oosthaven meegemaakt.
Met de Oranje, met de Johan van Oldenbarnevelt , met de West-Indiëvaarders van de KNSM en de LLoydschepen niet te vergeten, de Maatschappij Nederland is voor ons een begrip geweest.

Die kon eisen, dat onze trossen (draden) praktisch nieuw dienden te zijn.
Met de maats heb ik in IJmuiden liggen wachten op de komst van de Oranje.
Als je dat varend pronkstuk dan meenam naar Amsterdam, was dat een geweldige gebeurtenis.
Och ik heb zoveel meegemaakt en ik was er één die graag uit was op stuntjes.
Je trok een schip bij de toenmalige scheepswerf NDSM uit een dok en dan viel ineens de mist op je.(hoofd koel houden is dan het parool).
We hebben eens met één draad (een viereneenhalf-duims hercules), een boot in het dok geprikt.
Je staat dan als een schooljongen te glunderen als het lukt.
En dan de die hembrug in hartstikke dichte mist moest een mammoettanker er door.
Kunnen jullie de pijlers al zien? vroeg de loods.
Op dat moment was die schuit er net doorheen getrokken.
Kijk zoiets geeft een kick.
Ik heb ook wel eens een deuk gemaakt (wie borden wast die borden breekt) moet je maar denken.
De overgang van stoom op motorische kracht; dat is natuurlijk een verhaal apart.
Ik had in die tijd de scheepvaart niet willen missen.
Weet je wat bijzonder lastig is? Een schip slepen wat uit zijn roer is gelopen.
Nog even over dat van oud naar nieuw.
In mijn begintijd was 28 voet diepte voldoende voor een flink zeeschip, we rekenen nu ruim het dubbelen :
En de loods die met een helikopter aan boord komt van schepen die wel 300 meter lang zijn.
Dan ben ik geneigd aan het schip van m’n vader te denken: NOOIT VOLMAAKT.
Sinds 1983 hebben we een ultramodern scheepvaartbegeleidingscentrum, in het
Haven Operatie Centrum in IJmuiden.
Alle scheepvaartverkeer wordt daar gevolgd, van de melding op zee tot en met het afmeren.
Goedkoop melde zich destijds als eerste deelnemer in dit systeem aan.
De radiokamer van ons bedrijf is direct verbonden met de computer in de IJmond.
Schepen kunnen tot 40 kilometer uit de kust op radar worden waargenomen, en alle
relevante gegevens kunnen op onze beeldschermen worden afgelezen.
Het kielzog van Goedkoop gaat ver terug in de tijd, er is veel gebeurd sinds Jan Goedkoop -
in 1781 geboren als zoon van een turfschipper - op 26-jarige leeftijd zijn eigen schip kocht.
Hij Creëerde daarmee de bakermat voor wat zou uitgroeien tot de gerenomeerde sleepdienst
tussen uiterton en oostgrens Oostelijke havengebied, voorzien van zijn familienaam.
Laat ik zo zeggen, dat m’n werk m’n hobby is.
Mijn vader was op z’n 77 uitgewerkt.
Ik heb zijn aardje, nu ik met pensioen ben dan is er wellicht nog een rondvaartrederij waar ik terecht kan.
Misschien rederij Plas? Je kan niet weten.
A. Mud

 

spacer
spacer
spacer spacer spacer spacer spacer
 
 

Copyright www.reederijgebrgoedkoop.nl - informatie R.X. O'Bryan en H. Windhorst